• top stories
  • read
  • newsarchive
  • by deepjournal
26 June 2009
|
Read in English
Dit artikel is deel van de serie The coming war against Iran.
| 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 | 40 | 41 | 42 | 43 | 44 | 45 |
Het westen en de Iraanse Groene Revolutie - 1

Door Daan de Wit

Iran beschuldigt het westen van inmenging. De Engelse minister van Buitenlandse Zaken ontkent: 'The idea that the British Embassy is somehow behind the demonstrations and protests that have been taking place in Tehran in recent weeks is wholly without foundation'.
Eerder ontkende hij 'categorically the idea that the protesters in Iran are manipulated or motivated by foreign countries'. Zijn Nederlandse collega viel hem bij en sprak de wens uit de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU bij elkaar te roepen: 'Dan moet worden besproken hoe voorkomen kan worden dat Iran de Europese landen tegen elkaar uitspeelt en hoe er meer druk kan worden uitgevoerd op Iran om een eind te maken aan het geweld', citeert de NOS minister Verhagen. Maar volgens Iran is Nederland allang begonnen met die druk. NRC Handelsblad schrijft in een artikel met de kop Haagse subsidie tegen regime Iran: 'Nederland en de Verenigde Staten zijn de enige landen ter wereld die openlijk budgetten hebben om politieke veranderingen in Iran te bevorderen'.

In mijn boek De Volgende Oorlog - De aanval op Iran - Een voorbeschouwing schreef ik al over de Iraanse zorgen (p. 210, bronnen via de website): 'Het Office of Iranian Affairs (OIA) is sinds begin 2006 onderdeel van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en heeft het bevorderen van een regimewisseling in Iran tot doel. Kayhan, de invloedrijkste conservatieve krant van Iran, maakt midden 2007 bijna dagelijks in haar hoofdredactioneel commentaar melding van een bedrag van 75 miljoen dollar dat Amerika zal gaan besteden aanDeVolgendeOorlogOmslag [jpg] het bevorderen van democratie in Iran. Het netwerk dat dit geld zal uitgeven, wordt door de krant een ‘spinnennest' genoemd. The New York Times schrijft dat als de spin in het web een hoofdkwartier heeft, dat wel eens het Office of Iranian Affairs kan zijn. Volgens een interne memo van het ministerie van Buitenlandse Zaken is het  OIA deel van een ‘respons op het volledige spectrum van de dreiging die van Iran uitgaat' en wil het ‘een handreiking doen naar de burgers van Iran om hun verlangen te ondersteunen naar vrijheid en democratie'.'

Pagina 216: 'Voor de democratiebevorderende activiteiten in Iran van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken is [...] jaarlijks 75 miljoen dollar beschikbaar – bovenop de 10 miljoen die vrijkomt via de eerder genoemde Iran Freedom Support Act. In 2006 wordt het budget voor Amerikaanse radio- en televisieuitzendingen die zijn gericht op Iran met 19 miljoen dollar gekort. Die tegenslag voor de regering Bush kan deels worden opgevangen door de 15 miljoen euro die Nederland uittrekt voor ‘het bevorderen van pluriformiteit van de media in Iran'. Een deel van dit bedrag gaat naar het hier eerder genoemde Freedom House. ‘Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft subsidie gegeven aan een Amerikaanse neoconservatieve organisatie voor een programma dat een vreedzame machtswisseling in Iran moet bewerkstelligen. De organisatie Freedom House, die in 2003 de Amerikaanse inval in Irak steunde, ontving dit jaar ongeveer 630.000 euro van de Nederlandse overheid, zo bevestigt de directrice van de organisatie,' schrijft  NRC Handelsblad in september 2006 [...]. Op het moment dat de Amerikaanse organisatie de Nederlandse subsidie aanvroeg, werd Freedom House geleid door ex-CIA directeur James Woolsey die zich heeft geschaard achter oproepen tot wisseling van regime in Iran'.

Verschillende ontvangers van Amerikaans geld hebben hun gift zuur moeten bekopen en zitten in eenzame opsluiting gevangen in Iran. Naar aanleiding van de Nederlandse steun citeert NRC Handelsblad medio 2007 een van de ontvangers: ‘Wij hebben het al moeilijk genoeg zonder hulp van de Nederlandse overheid.' Tal van actievoerders zijn opgepakt en niet-gouvernementele organisaties gesloten. ‘Toch besloot de Tweede Kamer afgelopen week opnieuw geld vrij te maken voor de pluriforme Iraanse pers. Het was een opmerkelijke combinatie: Hans van Baalen (VVD) en Farah Karimi (GroenLinks) die in 2004 samen optrokken', schrijft Vrij Nederland over de oorsprong van de donaties. In Amerika is voor 2008 door de regering weer 75 miljoen dollar aan het Congres gevraagd. In een open brief in november 2007 aan de Amerikaanse overheid noteren drieëntwintig liberale en conservatieve pro-democratiegroepen hun bezwaar. Het mag niet baten; een maand later wordt het verzoek gehonoreerd. NRC Handelsblad noteert hoe de Iraanse autoriteiten reageren op de buitenlandse gelden: ‘De Iraanse minister van Informatie beschuldigde vrouwen- en studentenorganisaties ervan door 'buitenlandse machten' te worden betaald. 'Ze hebben een aantal groepen uitgenodigd in het buitenland voor training in zachte regimewisseling en met financiële steun, intense propaganda en economische druk proberen ze de massa's van de overheid te scheiden'.' Geheel zonder fundament is deze reactie niet, ook niet gezien eerdere Amerikaanse ondernemingen op dit gebied, zoals het voorstel in 1996 van de Republikein Newt Gingrich om 18 miljoen dollar vrij te maken voor een geheim programma om het Iraanse regime omver te werpen. ‘Sindsdien zijn de Iraniërs ervan overtuigd dat we achter ze aan zitten', zegt Martin Indyk, die tijdens de Clinton-regering onderminister van Buitenlandse Zaken voor het Midden-Oosten is.

Die indruk zal niet worden weggenomen in Teheran na het lezen van dit artikel in USA Today van afgelopen donderdag, met de kop U.S. grants support Iranian dissidents: 'The Obama administration is moving forward with plans to fund groups that support Iranian dissidents, records and interviews show, continuing a program that became controversial when it was expanded by President Bush'. Het wantrouwen van de Iraanse autoriteiten is vooral gevoed door de succesvolle geheime CIA-operatie Ajax die in 1953 Mohammed Mossadegh, de verkozen leider van Iran, uit de macht ontzet. De Nederlandse Iran-journaliste Eefje Blankenvoort, schrijfster van het boek Stiekem kan hier alles, zegt hierover in een interview met DeepJournal: ‘De Iraniërs hebben een intense afkeer van de Amerikaanse politiek, niet van Amerika zelf overigens of de cultuur of de mensen, maar puur van de Amerikaanse politiek, het Amerikaanse imperialisme. Dat heeft vooral zijn wortels naar Amerika toe in het afzetten van minister-president Mosaddeq – middels een coup gepleegd door de CIA. Hij wilde de Iraanse oliemaatschappijen nationaliseren waardoor in Washington alle alarmbellen afgingen. De coup is overigens gepleegd samen met Groot-Brittannië waarmee zij de Sjah alle macht in handen hebben gegeven, wat leidde tot een wrede dictatuur, waarna in 1979 de Iraanse revolutie plaatsvond'.

Iran zit middenin of aan het eind van de Groene Revolutie. ‘Veel vaker dan algemeen wordt ingezien, wordt verandering veroorzaakt door niet-gewelddadig, breed gesteund burgerlijk verzet dat gebruik maakt van tactieken als boycots, massademonstraties, blokkades, stakingen en burgerlijke ongehoorzaamheid om autoritaire leiders onrechtmatig te verklaren, en hun bronnen van ondersteuning af te breken, inclusief de loyaliteit van hun bewapende verdedigers'. Zo omschrijft Peter Ackerman in een rapport (2005) van Freedom HouseGroeneRevolutieIranMousavi [jpg] de bestaansreden van het International Center on Nonviolent Conflict. Over beide orgainsaties schrijf ik in mijn boek (p. 114): 'Buiten de overheid om is Freedom House actief. Deze organisatie wordt echter voor het grootste deel gesponsord door de Amerikaanse overheid en ontvangt deze fondsen volgens Financial Times in 2006, deels om clandestiene activiteiten te ontplooien in Iran. Freedom House omschrijft zichzelf als een ‘heldere roep om democratie en vrijheid over de hele wereld' en heeft als veel soortgelijke organisaties de gedachte omarmd dat de wereld wordt bedreigd door radicaal islamisme. Dit wordt gezien als het nieuwe fascisme en wordt daarom ook wel islamofascisme genoemd. In maart 2008 brengt Freedom House een kritisch rapport uit over Iraanse lesboeken die kinderen zouden aanzetten tot discriminatie tegen vrouwen en minderheden. Het lesmateriaal zou door de overheid worden gebruikt als ‘een belangrijk element van haar indoctrinatieproces'.  Voorzitter van het Curatorium van Freedom House is Peter Ackerman. Ackerman richt met eigen geld, en met gelden van het eerder genoemde IRI en het daarmee samenwerkende National Endowment for Democracy, het International Center on Nonviolent Conflict (ICNC) op, dat waar nodig niet-gewelddadige regimewisselingen stimuleert. [Het eerder genoemde citaat van Ackerman] doet sterk denken aan de kleuren- en bloemenrevoluties in Oost-Europa, zoals de Rozenrevolutie in Georgië in 2003 en de Oranjerevolutie in Oekraïne, een jaar later'. En dus aan de Groene Revolutie.

De Volgende Oorlog, pagina 214: 'Om aan Iraniërs de lessen te leren van de geweldloze revoluties organiseert het ICNC in 2006 workshops in Dubai, net als het Iran Human Rights Documentation Center dat dankzij een miljoen dollar van de Amerikaanse overheid kan worden opgericht. De deelnemers aan de bijeenkomsten werden uit naam van het ICNC toegesproken door twee leden van Otpor!, de Servische studentenorganisatie die aan de basis stond van het aftreden van Slobodan Milosevic. Een van de deelnemers omschrijft de dagen in Dubai als een James Bond-kamp voor revolutionairen – zo werd les gegeven over versleutelde e-mails en het gebruik van software die snel informatie kan uploaden en tegelijk het origineel op de computer vernietigt. In de lobby van het hotel waar de ontmoetingen werden gehouden, werden zij aangekondigd als bijeenkomsten van het Amerikaanse Griffin-ziekenhuis'.

Begin dit jaar schrijft de Tehran Times: 'Iran has broken up a CIA-backed network that sought to carry out a “soft revolution” in Iran through people-to-people contacts. The “soft revolution” plan is based in Dubai and is similar to a U.S. plan that targeted the Soviet Union in 1959 [...]. “The U.S. intelligence agency was seeking to (repeat) its experiences of color revolutions through such public contacts with influential persons and elites.” [...] The Intelligence Ministry official said that $32 million of the $75 million allocated by the U.S. Congress to destabilize Iran was spent on this project. The CIA used institutions such as the Woodrow Wilson Foundation, the Soros Foundation, AIPAC, and charity organizations and sought the help of William Burns and other people in the United States and agents in the Azerbaijan Republic, Turkey, the United Arab Emirates, and Kuwait. [...] These persons were ordered to put pressure on the government to change its policy and to sow discord between the government and the people, he explained. The Intelligence Ministry found out about the secret plan from the very beginning and “even allowed the operation to be conducted to a (certain level) so that we could inform talented people with full confidence that they should not be deceived by such scientific centers,” he stated'.

Pagina 215: 'Tijdens een van de sessies [in Dubai] werden delen vertoond van de drie uur durende documentaire A Force More Powerful, gemaakt door Steven York van YorkZim over de ‘onbekende helden' bij zes succesvolle geweldloze regimewisselingen. Het GroeneRevolutieIran02 [jpg]International Center on Nonviolent Conflicts heeft samen met YorkZim een videospel ontwikkeld dat dezelfde naam draagt als de documentaire; het spel leert in feite hoe de regimewisselingen uit de documentaire te organiseren. Regisseur York is tevens auteur van de documentaire Bringing Down A Dictator die vertelt hoe de Servische leider Slobodan Milosevic ‘gesterkt door de NAVO-bombardementen' terugtrad als leider van Joegoslavië naar aanleiding van een opstand die begon bij ‘door de VS en West-Europa getrainde en deels gefinancierde' studenten. De documentaire is ingesproken door Ben Kingsley, de acteur die bekend werd in zijn rol als Gandhi. The Washington Post beschrijft hoe met Amerikaans belastinggeld vijfduizend spuitbussen werden gekocht waarmee teksten tegen Milosevic op muren werden gespoten en hoe met het geld 2,5 miljoen stickers werden gedrukt met de slogan ‘Het is met hem gedaan'.

Aansprekende teksten zijn van belang. Dus ook die van de actiegroepen zelf: Otpor! (verzet) in Servië, Zubr! (bizon, het nationale symbool) in Belarus, Mjaft! (genoeg) in Albanië, Kmara! (genoeg) in Georgië, Pora! (het is tijd) in de Oekraïne. Ian Traynor van de Engelse krant The Guardian beschrijft hoe de ‘truc' die was toegepast bij Milosevic opnieuw werd uitgehaald bij de oranjerevolutie in de Oekraïne, in november 2004, gesponsord en georganiseerd door de Amerikaanse overheid, ‘waarbij Amerikaanse adviesorganen werden ingezet, mensen die enquêtes afnemen, diplomaten, twee grote Amerikaanse partijen en Amerikaanse niet-gouvernementele organisaties'. Een grote rol was weggelegd voor Richard Miles, de Amerikaanse ambassadeur in Belgrado. Traynor zegt dat deze operaties zó soepel verliepen dat er een sjabloon van is gemaakt waarmee andermans verkiezingen zijn te winnen. Het geweldloos omverwerpen van regimes als bewezen alternatief voor oorlog'.

DeepJournal
Sign up for the free mailing list.